Japanse termen

TOT 10 TELLEN

Ichi Ni San Shi (yon) Go Roku Shichi Hachi Ku Ju
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

BEGIN EN EINDE VAN DE LES

Osu (oss) groet, bij het betreden en verlaten   van de dojo
Seiza   (seeza) verzoek tot aannemen van zithouding
Mokuso   (mokso) begin van meditatie, ogen sluiten
Ennoté of mokuso yame einde meditatie, ogen openen
Sensei ni rei (sensee nie ree) groet aan de leraar
Sempai ni rei groet aan de assistent
Otagai ni rei groet aan de medeleerlingen
Kiritsu   (kieriets) verzoek tot opstaan
Osu groet

 

ALGEMEEN

Jodan hoog, naar het hoofd
Chudan midden, romp, ter hoogte van de plexus
Gedan laag, naar het kruis
Shomen (heup) naar voren
Hanmi (heup) half weggedraaid
Mae ni naar voren
Sagaru naar achteren
Yoko e zijwaarts
Hidari links
Migi rechts
Mawate commando voor omdraaien, van richting veranderen
Hantai wisselen van stand of houding (andere   been voor)
Kamae houding
Jiyu kamae vrije gevechtshouding (welke een   zekere gevechtsrealiteit uitdrukt)
Kamae te commando om aangegeven stand aan te   nemen (bijv. “hidari zenkutsu dachi, kamae te” : neem de linker   naar voren leunende stand aan)
Yoi ‘wees gereed’, neem de beginstand aan,   meestal hachi dachi (voeten parallel heupbreedte), vuisten gesloten, de   vuisten iets voor het lichaam ter breedte van de voeten.
Hajime beginnen
Yame stop
Yasume ontspannen, tevens afgroeten in musubi   dachi
arigat gozaimasu dank u wel
kime waza tegenaanval
shitei kata te kennen kata’s
tokui kata voorkeurskata
kaeshi-ippon-kumite de verdediger dwingt de aanvaller   achteruit
yakusoku kumite kumite met verwittigen (aankondigen)
oyo kumite toepassingskumite
shiai-kumite wedstrijdkumite
gi uniform
sensei meester
sempai seniorleerling
shomen eerste meester
maai afstand
waza techniek
aka rood
shiro wit
obi gordel
nage werpen
seiretsu opstellen
dojo oefenruimte
embusen grondpatroon van de kata
tai sabaki wegdraaien van het lichaam
zanshin gevechtsaandacht
tamishiwari breektechnieken
sun dome stop op 3 cm van het doel
dojo-kun etiquette regels van de dojo

 

TE-BUI – delen van de hand

Haito duimzijde van de hand
Haishu rug van de hand
Teisho palm van de hand
Ippon ken één-kneukel-vuist
Seiken vuist

ASHI-BUI – delen van het been

Hittsui knie
Sokuto zijkant voet
Kakato hiel
Haisoku wreef
Koshi bal van de voet

STANDEN (dachi)

Heisoku dachi voeten gesloten
Shizentai of Heiko dachi natuurlijke parallelle stand, voeten   heupbreedte en naast elkaar
Musubi dachi hielen tegen elkaar, V-vorm, voeten 90o
Hachiji dachi voeten schouderbreedte, voeten licht   naar buiten wijzend
Kiba dachi paardezitstand: voeten 2x   schouderbreedte, voeten evenwijdig, gebogen knieen
Zenkutsu dachi voorwaartse stand (voorste been   gebogen, gewichtsverdeling 70:30)
Kokutsu dachi achterwaartse stand (achterste been   gebogen, voeten haaks op elkaar)
Fudo dachi gevechtsstand (onbeweeglijke stand,   sterk naar alle kanten) , gewicht op beide benen (combinatie tussen zenkutsu en   kiba dachi)
Sochin dachi als fudo dachi, maar ruimer
Neko-ashi-dachi katstand
Hangetsu dachi halvemaan stand
Renoji-dachi L-stand

 

AFWEERTECHNIEKEN (uke waza)

Age uke opwaartse afweer, verdediging voor het   hoofd
Soto uke afweer van buiten naar binnen, eindigt   voor het lichaam
Uchi uke afweer van binnen naar buiten, eindigt   voor het lichaam
Gedan barai lage afweer
Shuto uke afweer met meskant van open hand
Morote uke afweer met twee armen, 1 arm   ondersteunt de ander
Kakiwake uke dubbele openende afweer (wigblok)
otoshi uke neerwaarste afweer, voorarm evenwijdig   met grond
juji uke afweer met gekruiste polsen
nagashi uke begeleidende afweer
hasami uke schaar blok (nijushiho)
haiwan uke backarm blok (kankudai)
haishu uke backhand blok
sukui uke blok met schepbeweging

 

STOOTTECHNIEKEN (tsuki waza)

Oi tsuki vorderende vuiststoot, zelfde arm en   been is voor
Gyaku tsuki tegengestelde vuiststoot, bijv. linker   been voor, rechter arm stoot
Kizame tsuki reikende vuiststoot met voorste arm,   heupen draaien half weg
Nukite steekstoot met speerhand
choku tsuki rechtstreekse vuiststoot
Age tsuki opgaande voorwaartse stoot
Kagi tsuki hoekstoot
mawashi tsuki cirkelende stoot
heiko tsuki stoot met beide vuisten parallel
ura tsuki stoot met omgekeerde vuist

 

SLAGTECHNIEKEN (uchi waza)

Shuto uchi slag met de meskant van de hand
Uraken uchi slag met de bovenkant van de vuist   (knokkels)
Tettsui uchi slag met hamervuist (pinkzijde)
Empi elleboogstoot

 

TRAPTECHNIEKEN (geri waza)

Mae geri voorwaartse trap met bal van de voet
Mawashi geri cirkelende trap met bal van de voet   (soms wreef)
Yoko geri keage zijwaarts stijgende trap met meskant   van de voet
Yoko geri kekomi zijwaarts stampende trap met meskant   van de voet
Ushiro geri achterwaartse stampende trap met hiel   (recht naar achteren)
Fumikomi naar beneden gerichte stampende trap   met meskant van de voet
Kin geri mae geri met de wreef naar het kruis
Mikazuki geri zwaaiende schop met plat van de voet
Tobi geri schop met sprong
Sangaku-tobi geri driehoekssprong
Tsumasaki geri schop met de toppen van de teen
Ren-geri twee opeenvolgende schoppen

 

TRAININGSVORMEN

Kihon stijltechnische basistraining
Kihon kumite stijltechnische basistraining met partner
Kihon ippon kumite 1-stapsgevecht: 1 aanval, 1   verdediging gevolgd door tegenaanval
Kihon sanbon kumite 3-stapsgevecht: 3 aanvallen, op de   laatste volgt 1 verdediging gevolgd door tegenaanval
Kihon gohon kumite 5-stapsgevecht: 5 aanvallen, op de   laatste volgt 1 verdediging gevolgd door tegenaanval
Kaishi ippon kumite 1 aanval, deze wordt verdedigd en   gevolgd door vorderende tegenaanval; tegenaanval wordt verdedigd gevolgd door   tegenaanval
Jiyu ippon kumite 1 stapsgevecht in vrij bewegende vorm,   aanval wordt aangekondigd, aanval, verdediging en tegenaanval worden volgens   basis uitgevoerd
Jiyu kumite vrij gevecht, aanval en verdediging is   vrij
Kata individuele stijloefening waarbij een   gecht tegen vier tot acht denkbeeldige tegenstanders wordt uitgebeeld. Er   zijn ± 25 kata’s binnen het Shotokan karate. De kata’s hebben een vaste vorm,   ze volgen een bepaald grondpatroon en hebben meestal een symboliek (bijv.   ‘het fort bestormen, de ruiter te paard, de vlucht van de zwaluw, de   kraanvogel, de handen in de wolken, tien handen, 24 richtingen)
Bunkai toepassing van de gebruikte technieken   in kata’s, men loopt (delen van) de kata met 1 of meer tegenstanders

 

RICHTINGEN

Mae Voorwaarts
Ushiro Achter- of rugwaarts
Hidari Links
Migi Rechts
Kesa Diagonaal
Yoko Zijwaarts
Gyaku Tegengesteld
Mawashi Rond
Age Stijgend
Soto Buitenkant
Uchi Binnenkant
Otoshi Vallend of neerwaarts

 

VOLGORDE VAN DE GROETCEREMONIE BIJ KATA

‘Musubi dachi’ armen evenwijdig aan het lichaam,   voeten in V-vorm, pinken tegen zijnaad van de broek
‘Rei’ formele buiging zonder het uitspreken   van ‘osu’
naam van de kata
‘Yoi’ ‘wees gereed’, neem de beginstand aan,   meestal hachi dachi (voeten parallel heupbreedte), vuisten gesloten, de   vuisten iets voor het lichaam ter breedte van de voeten.
‘Hajime’ beginnen
‘Yame’ of ‘naore’ eindigen, einde, neem weer de   yoi-positie aan
‘Yasume’ ontspannen, tevens afgroeten in musubi   dachi (zonder ‘osu’)